Lelijk maar compact

Op een dag waar het nooit licht zou worden, trokken we naar het Broederhuis. Koud en nat kroop ik achter mijn bord. Naast mij Dek en Mad Dog, ervaren meesterklassespelers die alles al gezien hadden, maar die vandaag net als ik moeite hadden om hun tegenstander aan de overkant van het bord te ontwaren. Onze plafondlamp was stuk. Terwijl de godenzonen aan de topborden in het licht baden, voelden wij ons de graveyard van KC1. De plek waar reputaties sneuvelen, waar het publiek niet komt en waar het altijd regent.

Nadat mijn tegenstander Michiel Abeln de opening nogal futloos gespeeld had, bood hij na 17 zetten remise aan (‘Voordat  ik echt slecht sta, anders durf ik geen remise meer aan te bieden…”). Captain Mad Dog knikte, ik mocht het aannemen. Toch zonde van zo’n leuke stelling, maar elk halfje aan de staart telt als de topborden de punten binnen loodsen. Michiel klaagde in de analyse dat hij niet één zet van mij had gezien. Normaal een compliment, maar nu ging het over de verlichting…

Op de borden 1 en 2 boden Jorden en Loek gelijktijdig dameruil aan. Bij Loek werd dameruil vermeden maar bij Jorden leidde dameruil tot een vlotte remise. Ik kon toekijken bij Jordens analyse met Jeroen Bosch. Terwijl Jeroen allerlei tovenarij (een paardoffer hier en daar) liet zien, probeerde Jorden vooral zijn stelling bij elkaar te houden, zichzelf rechtvaardigend met de woorden: “lelijk maar compact”.

Meer spelers druppelden binnen. Pieter ook remise (18 zetten) na een redelijk f(o)utloze partij. Loek binnen, ook remise. In een stelling die er positioneel erg goed voor hem uit zag, bleek zwart toch erg veel activiteit te hebben. Dek remise, nadat zijn tegenstander de verleiding van een pionoffer voor initiatief niet kon weerstaan, hield Lennart het keurig droog. Niet heel veel later ook Mad Dog remise na een weinig enerverende partij.

Telt u mee? 6 remises al. Quinten was ook aan het zwoegen om van weinig iets te maken. Hij wist zelfs op onnavolgbare wijze zijn geïsoleerde dubbelpion te transformeren naar een vrije pluspion. Maar ook dat was te weinig om de balans te verbreken: de 7-e remise.

Het vuurwerk vond plaats op de borden 3, 4 en 5. Badend in het licht speelde Mig een fijne opening, uitmondend in een vrije d-pion en overwegende stelling. Hij slaagde er naar eigen zeggen om het allemaal te weg te geven en toen ik weer eens langs liep stond opeens een nagenoeg verloren eindspel op het bord. Hij ging nog wel even goed voor zitten, maar mistte ook in het eindspel wat nuances en moest laat in de middag balend opgeven.

Wouter is als vaste waarde gewoon weer bezig om een hoge score op te bouwen. Toen zijn tegenstander koos voor een Stonewall-achtige opstelling, ruilde Wouter de lopers van de zwarte velden en had snel volledige dominantie op zwarte velden. Dat werd met vaste hand verzilverd en toen zwart dacht een pion te verliezen werd hij gewoon mat gezet. Bedrieglijk eenvoudige winst.

Liam is bezig met een topseizoen. Nadat hij de vorige ronde indrukwekkend GM Nijboer versloeg, leek het nu ook weer snel te gaan tegen Martijn Dambacher. Een pionnetje voor en weinig echte problemen, maar die 2-e pion zag er ook erg verleidelijk uit. Klopt het allemaal, dan is de partij ongeveer voorbij. Is dat het risico waard? Loek vond duidelijk van niet. Liam vond van wel, maar drentelde wel erg onrustig rond. En ja hoor, Martijn kwam met een zet die Liam niet had gezien. Na een ingewikkelde schermutseling trok Liam echter toch aan het langste eind, wikkelde af naar een eindspel en voerde dat genadeloos tot winst. Het beslissende punt!

We zitten nog steeds vol in de kampioensrace en staan op een gedeelde 2-e plek. De één zal 3 keer winst met 5,5-4,5 efficiënt noemen, bij KC noemen we dat “lelijk maar compact!”

Gerard Rill